Mol

 

Adam kwam tot leven door inblazing van de levensadem, in het Hebreeuws de ‘neshamah‘. Deze neshamah blijkt verantwoordelijk te zijn voor wat ons mensen kenmerkt, nl. op zoek gaan. Alleen waar de mens niet komt tot waarheid en geestelijk inzicht, zal slechts de stoffelijke natuur overblijven om zich mee bezig te houden. Deze lezing gaat over de betekenis van de neshamah in het plan van God en de relatie met het nieuwe leven in Christus.

1Cor. 15:45 Alzo is er ook geschreven: De eerste mens Adam is geworden tot een levende ziel; de laatste Adam tot een levendmakenden Geest.