Er zijn gelovigen die zeggen dat de Heilige Geest leidend is binnen het leven van de gelovige, terwijl anderen beweren dat het Woord van God dat is. Echter, wie op zoek gaat in Bijbel zal snel merken dat er voor beide opvattingen iets te zeggen valt.

De Bijbel leert bijvoorbeeld duidelijk dat we uit Geest worden geboren wanneer we tot geloof komen:

  • Joh. 3:5-7 Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan. Hetgeen uit het vlees geboren is, dat is vlees; en hetgeen uit den Geest geboren is, dat is geest. Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden.
  • 1Cor. 12:13 Want ook wij allen zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt; hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij dienstknechten, hetzij vrijen; en wij zijn allen tot één Geest gedrenkt.

Maar op andere plaatsen staat dat gelovigen zijn wedergeboren door het Woord van God:

  • 1Pet. 1:23 Gij, die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God.
  • Jak. 1:18 Naar Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord der waarheid, opdat wij zouden zijn als eerstelingen Zijner schepselen.

Er zijn nog meer van deze schijnbare tegenstellingen. We zijn als gelovigen bijvoorbeeld gesteld onder de genade van het Nieuwe Verbond en daar zouden we ook in de praktijk van ons leven in leren wandelen. Maar is dat het resultaat van de Geest of van het Woord van God?

  • 2Cor. 3:17 De Heere nu is de Geest; en waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid.
  • Joh. 8:31-32 Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Indien gijlieden in Mijn woord blijft, zo zijt gij waarlijk Mijn discipelen; En zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.

Ook lezen we dat de Geest krachtig werkt in de gelovige, terwijl dit ergens anders aan het Woord wordt toegeschreven:

  • Efe. 3:14-16 …Om deze oorzaak buig ik mijn knieën tot den Vader van onzen Heere Jezus Christus, uit Welken al het geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt, opdat Hij u geve, naar den rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in den inwendigen mens;
  • Heb. 4:12 Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel, en des geestes, en der samenvoegselen, en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten.

We lezen verder dat de Geest leven is en levend maakt, maar op andere plaatsen staat dat het Woord daarvoor verantwoordelijk is:

  • Joh. 6:63 De Geest is het, Die levend maakt…
  • Rom. 8:10-11 En indien Christus in ulieden is, zo is wel het lichaam dood om der zonden wil; maar de geest is leven om der gerechtigheid wil. En indien de Geest Desgenen, Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zo zal Hij, Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken, door Zijn Geest, Die in u woont.
  • Luk. 4:4 En Jezus antwoordde hem, zeggende: Er is geschreven, dat de mens bij brood alleen niet zal leven, maar bij alle woord Gods.
  • Joh. 5:24 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis, maar is uit den dood overgegaan in het leven.

De oplossing voor deze zogenaamde tegenstrijdigheid is eenvoudig. Men zou niet zoeken naar de verschillen tussen Woord en Geest, maar naar de overeenkomsten. Dan blijkt al snel dat de begrippen in elkaars verlengde liggen. Wanneer een mens tot geloof komt, ontvangt hij de Heilige Geest en wordt opnieuw geboren. Men krijgt zo deel aan het leven van de HEERE Jezus Christus. Maar wat gebeurt er in de praktijk? Men hoort het Evangelie en aanvaardt het. Een mens hoort het Woord van God tot zich komen en waar hij het accepteert blijkt dat Woord geestelijk leven voort te brengen!

  • Rom. 10:13-17 Want een ieder, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden. Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Welken zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? […] Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods.

Wanneer men het Woord van God aanneemt, ontvangt men de Heilige Geest:

  • Efe. 1:13-14 In Welken [Christus] ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte; Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregene verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid.

Daarom kan Petrus zeggen dat we zijn wedergeboren door het Woord van God (1Pet. 1:23). Immers, het Leven komt op die wijze tot ons. Het is ons verkondigd. Dit kan op verschillende manieren, namelijk door prediking, getuigenissen, liederen, gedichten, enz. Maar de basis is het vastgelegde Woord van God en niets anders. Toen de discipelen op de pinksterdag vervuld werden met de Heilige Geest begonnen ze te spreken in allerlei talen. Maar uit de rest van Hand. 2 volgt dat Petrus het Evangelie predikt aan de omstanders. Hij verkondigde het Woord van God waarop er op een dag 3000 mensen tot geloof kwamen en deel kregen aan Gods Geest. Het was het werk van de onzichtbare Geest, maar in de praktijk werd het Woord verkondigd!

Het ontvangen van de Heilige Geest is enigszins abstract en ongrijpbaar. Maar het tot ons nemen van het Woord is wel degelijk een praktische aangelegenheid. In de Bijbel wordt het Woord van God vergeleken met voedsel. Men moet het eten, zoals men een maaltijd tot zich neemt. Men moet er op kauwen (overpijnzen) en het doorslikken (accepteren) en pas daarna blijkt het een uitwerking te hebben in ons lichaam. Het vaste voedsel wordt vloeibaar en uiteindelijk geest. Voedsel wordt omgezet in energie. Vervolgens gaat de gelovige spreken, wandelen en doen. Men komt tot leven, maar het was in de praktijk dat vaste voedsel dat hij tot zich nam. Het vastgelegde Woord van God bestaat in principe uit zwarte letters op witte bladzijden die men in geloof tot zich neemt. Maar deze woorden en gedachten ons gelovig hart bevruchten, komen ze tot leven en werkt het krachtig uit.

Wanneer een mens tot geloof komt, ontvangt hij de Heilige Geest. Hij krijgt deel aan het eeuwige Leven van Christus. Maar zoals een baby zich ontwikkelt, doch niet bewust is van zijn afkomst, roeping of bestemming, zo moet een gelovige ook opgroeien en leren wie hij is geworden in Christus. En dit gebeurt door het eten en drinken van het Woord van God (1Pet. 2:2). Het bijzondere hieraan is dat het Woord van God, zoals het is vastgelegd, wel degelijk voortkomt uit Gods Geest:

  • 2Pet. 1:19-21 En wij hebben het profetische woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de morgenster opga in uw harten. Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging; Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken.

Wanneer we spreken dan dragen we gedachten over. Gedachten kan je niet zien of beetpakken. Dat is geest. Maar het Woord is een vaste vorm. Het is een drager van de Geest van God, van Zijn gedachten, overleggingen, plannen en gevoelens. Het tot ons nemen van deze Woorden leidt ertoe dat ze ons denken gaan bepalen. Maar het zijn wel degelijk Gods gedachten die tot ons komen, zij het in vastgelegde vorm. Er wordt namelijk niets meer aan veranderd, uitgehaald of aan toegevoegd (Opb 22:18-19). Het Woord is één groot getuigenis van de HEERE Jezus Christus, Die het Beeld van God is (Col 1:15, Heb 1:3).

Bij de natuurlijke mens werkt het niet anders. Hij neemt de hele dag informatie tot zich waardoor hij gevormd wordt tot een bepaalde persoonlijkheid. Al op de basisschool worden gedachten van de meester of juf via woorden doorgegeven aan de leerlingen. Dit leidt vervolgens weer tot gedachten in die kinderen. De leraar draagt ‘zijn geest’ over. Echter, de uitwerking verschilt per kind, omdat we allemaal anders zijn. Bovendien leert een mens informatie te filteren en neemt hij niet alles meer klakkeloos aan zodra hij groter wordt. In wezen wordt een kind steeds ongeloviger (koppiger) naarmate hij ouder wordt…(Pred 12:1). Als gelovigen zouden we ons laten onderwijzen in het Woord van God en ons denken daardoor laten beheersen. Wanneer we het Woord van God tot ons nemen in geloof zullen we op volmaakte wijze toegerust worden om de Heer te dienen in alle goed werk:

  • 2Tim. 3:16-17 Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is; Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust.

Echter, dit zijn niet onze eigen werken, voortkomend uit onze eigen gedachten en idealen, maar het werk dat voortkomt uit Gods gedachten:

  • Efe. 2:10 Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen.

De HEERE Jezus was Zélf op volmaakte wijze toegerust om te wandelen in de goede werken die Zijn hemelse Vader had voorbereid. Maar voordat Hij met Zijn openbare optreden begon, lezen we weinig over de dingen die Hij deed, behalve dat Hij zeer veer inzicht had in de Schriften en Zich daar mee bezighield (Luk 2:46-49). Hierdoor wist Hij wie Hij was en waarheen Hij onderweg was. De uitwerking hiervan vinden we op prachtige wijze geïllustreerd in Mat. 4 en Luk. 4, waar beschreven staat hoe de HEERE Jezus werd verzocht in de woestijn. Er staat in Mat 4:1 en Luk 4:1 dat de Heer vol was van de Heilige Geest en door de Geest werd geleid in de woestijn. Maar toen de duivel Hem verzocht, pareerde Hij elke aanval in de praktijk met het “er staat geschreven…(Luk 4:4,8,12)”. De Heer stelde Zijn geloof en vertrouwen in het Woord van God boven hetgeen de duivel Hem in arglistigheid aanbood. Bovendien lezen we dat de duivel de Heer pas aanviel toen Hij zwak werd vanwege de honger. Zo vergaat het gelovigen ook. Wanneer we zwak zijn, worden we een gewillige prooi voor de listigheden van satan. Wanneer we dan gericht zijn op de aardse dingen in plaats van de hemelse is de kans groot dat we verslonden worden. Want dat is waar de duivel ons op pakt: aardse behoeften, rijkdom, macht en het in stand houden van de oude schepping met alles wat daar aan verbonden is.

  • 1Pet. 5:8 Zijt nuchteren, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden;

Ook toen de Heer later verzocht werd door de Farizeeën bleef Hij standvastig bij het Woord van God. En toen Hij op zag tegen de lijdensweg die Hem te wachten stond, bleek Zijn geloof in Gods beloften sterker dan Zijn eigen angst. Want de Heer wist dat Hij die weg moest gaan en alzo zijn heerlijkheid zou ingaan (Luk. 24:26).

  • Heb. 12:2 …Ziende [Wij zouden zien] op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke, voor de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen, en schande veracht, en is gezeten aan de rechter hand des troons van God.

Dit vooruitzicht stond vast in het Woord van God en daar vertrouwde Hij in de praktijk op. En zo ligt onze roeping als weg als gelovigen ook vast in het datzelfde Woord. Daarom is het belangrijk om ‘nuchter’ te zijn en ons verstand te bewaren. We zouden ons wapenen zoals de Heer deed, namelijk met Gods gedachten (1Pet. 4:1, Efe. 6). We zouden leren verstaan wie we in Christus geworden zijn en wat onze toekomstverwachting is. Maar de uitwerking in onze levens verschilt van mens tot mens en dát is Geest.

Toch staat er in Efe 5 dat we vervuld zouden worden met de Heilige Geest:

  • Efe. 5:18-20 En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met den Geest; [gevolg:] Sprekende onder elkander met psalmen, en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende en psalmende den Heere in uw hart; Dankende te allen tijd over alle dingen God en den Vader, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus;

De gelovige zou vervuld worden met de Heilige Geest, waarna de uitwerking wordt beschreven. Maar hoe wordt men in de praktijk van het leven vervuld met de Heilige Geest? Het antwoord is nu bekend, hetgeen we bevestigd vinden in de brief van Paulus aan de Colossenzen. Deze brief lijkt sterk op de brief aan de Efeziërs, maar in plaats van de Geest ligt de nadruk op het Woord:

  • Col. 3:16-17 Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; [gevolg:] leert en vermaant elkander, met psalmen en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende den Heere met aangenaamheid in uw hart. En al wat gij doet met woorden of met werken, doet het alles in de Naam van de Heere Jezus, dankende God en de Vader door Hem.

Waar in Efe 5 wordt geleerd dat men vervuld zou worden met de Geest, staat hier dat het Woord van Christus rijkelijk in ons zou wonen. Maar de uitwerking is exact hetzelfde! Wanneer we het Woord van God tot ons nemen in geloof, dan zal dit zijn uitwerking in de praktijk hebben. Het blijkt dan dat we vervuld raken en gaan wandelen door de Geest. Echter, we zijn dan geen stuurloos schip, varend op emoties, maar we weten waarheen we onderweg zijn.

Het Woord en de Geest staan dus niet tegenover elkaar, maar gaan hand in hand samen! En zo behoren wij als gelovigen te leven. De mens zou het Woord van God met zachtmoedigheid in zijn hart laten planten (Jak. 1:21) en ervaring opdoen in het leven. Naarmate we meer geoefend raken, ontwikkelen we reflexen en krijgen intuïtie ten opzichte van leringen of zaken die we tegenkomen. Men leert zo het geestelijke en de geesten te (be)proeven (1 Cor 2:7-16, 1 Joh 4:1).

De Heer heeft ons Zijn Woord nagelaten en hierin zouden we geleid worden door Zijn Geest. In de praktijk blijkt dat we deel krijgen aan het woord van leraren die door Christus zijn aangesteld om ons te leiden in het Woord (Efe 4:11-13). Gelovigen zouden vervolgens in de praktijk toetsen of deze woorden waar zijn en overeenstemmen met het Woord van God (Hand 17:11). Wanneer we gevoed worden met het Woord van God en daaraan vasthouden, kunnen we werkelijk vanuit het hart en door de Geest leven. Immers, het is Christus Zelf Die woning in ons maakt. We krijgen deel aan Zijn leven. Wanneer we Zijn  Woorden ter harte nemen en daaruit leven, zal blijken dat we in overeenstemming met Gods wil en gedachten wandelen. Wie zo wandelt, wordt geleid door Gods Geest (Rom 8:14)!

Joh. 6:63 De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven.